Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat kunnen 200 kleine op het oog onopvallende oude bronzen beeldjes ons leren over de geschiedenis van Indonesië? Een hoop! De beeldjes, gemaakt tussen de 8e en 15e eeuw, zijn gevonden op het metaal-arme Java en komen daar oorspronkelijk niet vandaan.

Met de kleine beeldjes van hindoe en boeddhistische goden en rituele voorwerpen, uit eigen depot, werpt Museum Volkenkunde nieuw licht op de relatie tussen Indonesië en India. De bronzen, gemaakt tussen de 8e en 15e eeuw, zijn namelijk gevonden op het metaal-arme Java en komen daar oorspronkelijk niet vandaan.

Kunsthistorisch onderzoek laat zien dat sommige beeldjes waarschijnlijk uit India komen; een spiegel uit de tentoonstelling uit China. Door recent onderzoek naar scheepswrakken in de Javazee weten we dat metaalstaven werden geïmporteerd. De bronzen zijn een schat van informatie over artistieke ontwikkelingen, rituele betekenissen, materiaalgebruik, handelsrelaties, economische ontwikkelingen en het koloniale verleden.

Java was tussen de 8e en 15e eeuw een centrum van hindoeïsme en boeddhisme. Vanaf de vijfde eeuw had de Indiase cultuur een grote aantrekkingskracht op delen van Indonesië. Lokale vorsten leerden het Sanskriet, de Indiase elitetaal, en stichtten hindoeïstische en boeddhistische koninkrijken. Op Java ontstond tussen de zevende en vijftiende eeuw een bloeiende cultuur die grootse monumenten naliet, zoals de boeddhistische Borobudur en de hindoetempel van Prambanan. Culturele verbinding en uitwisseling van kennis en handelscontacten waren in dit gebied lang geleden al aan de orde van de dag.

Met deze tentoonstelling ontbloot Museum Volkenkunde een stukje van de bijzondere relatie tussen India en Indonesië. Een cultuuruitwisseling met rijke geschiedenis, waarvan nog lang niet alles duidelijk is.